‘Besluit ACM fusie Staatsloterij en Lotto onrechtmatig’
Den Haag 22 januari 2016 De Stichting Loterijverlies heeft bij de rechtbank Rotterdam beroep ingesteld tegen het besluit van de ACM (Autoriteit Consument & Markt) dat de Staatsloterij met de Lotto zou mogen fuseren. Volgens Loterijverlies is het zeer laakbaar dat de ACM dit besluit heeft kunnen nemen, want als de fusie doorgaat worden schuldeisers, waaronder de 193.000 deelnemers van Loterijverlies, mogelijk zeer benadeeld. De Staatsloterij weet dat er een claim van honderden miljoenen boven haar hoofd hangt, omdat de Hoge Raad heeft bepaald dat de Staatsloterij in de periode 2000 tot 2008 haar spelers heeft misleid en dat de schade die zij aan de deelnemers van Loterijverlies moet betalen niet bestaat uit de vergoeding van een (minuscuul) kansverlies, maar uit het aankoopbedrag van de Staatsloten. Deze zogeheten verklaring voor recht wordt normaal gesproken ook in individuele gevallen toegepast, evenals de rechter dat in het verleden heeft gedaan bij zogenaamde woekerpolissen. De deelnemers van Loterijverlies zijn allen op eenzelfde wijze door de Staatsloterij misleid.
Doordat de Staatsloterij achter de schermen met de overheid heeft bedacht dat bij een fusie bedragen op een zogenoemde escrow rekening (een bankrekening die niet op naam van de Staatsloterij staat) worden gestort, benadeelt de Staatsloterij de schuldeiserspositie van Loterijverlies en haar deelnemers. Bedragen worden na de fusie dan niet meer bij de Staatsloterij zelf gestort, maar op een rekening buiten de Staatsloterij. Wanneer de Staatsloterij dus failliet gaat na de fusie, staan schuldeisers grotendeels achteraan. Het kan volgens Loterijverlies niet zo zijn dat een partij jarenlang zich schuldig maakt aan misleiding en daar vervolgens mee weg komt door een constructie op te tuigen.
Tevens accepteert Stichting Loterijverlies het niet dat het advocatenkantoor Van Doorne aan deze fusie achter de coulissen als adviserende partij voor de Staatsloterij werkt, terwijl zij anderzijds heeft gezegd te willen schikken namens de Staatsloterij met Loterijverlies en haar 193.000 deelnemers. Aan de ene kant stelt Van Doorne dus te willen schikken en aan de andere kant tracht Van Doorne een constructie op te tuigen die tot evident nadeel en uitholling van de schuldeiserspositie leidt. Het bewust proberen te benadelen van schuldeisers op deze wijze is, aldus Loterijverlies, niet alleen zeer laakbaar, maar tevens strafbaar. De advocaten riskeren hiermee een gevangenisstraf van vier jaar of een geldboete van 82 duizend euro. Loterijverlies heeft inmiddels een klacht ingediend bij de Amsterdamse Orde van Advocaten en zal daarnaast nog aangifte doen. Voor zover nodig start Loterijverlies een zogenaamde artikel 12 procedure bij het gerechtshof, zodat de betreffende advocaten vervolgd worden indien het Openbaar Ministerie, waar tevens de Staatsloterij onder valt, daartoe niet wil overgaan.
De Stichting Loterijverlies zal er alles aan blijven doen dat hun deelnemers nooit de dupe worden van deze meer dan kwalijke praktijken.