Betwiste rol van Officier van Justitie vanwege ernstige psychiatrische aandoening
Betwiste rol van Officier van Justitie vanwege ernstige psychiatrische aandoening
Den Haag, 22 oktober 2024 – Een recente casus roept vragen op over de rechtmatigheid van strafrechtelijke procedures waarbij een Officier van Justitie van het Functioneel Parket direct betrokken was en verantwoordelijk was. Mr. Roet uit ernstige twijfels over de betrouwbaarheid van een onderzoek waarbij een rechter-commissaris van de rechtbank te Overijssel de verdachte uitschold voor een oplichter, en over de daarop gebaseerde beslissingen, mede door de psychische gezondheidstoestand van de betrokken Officier van Justitie tijdens de behandeling van de genoemde zaak. Hieronder volgt een samenvatting van de feiten en de geuite zorgen.
De rol van de Officier van Justitie
In het Nederlandse strafrecht speelt de Officier van Justitie (OvJ) een cruciale rol. De OvJ is verantwoordelijk voor het leiden van opsporingsonderzoeken en het samenstellen van het dossier dat wordt gebruikt voor strafrechtelijke vervolging. Het vertrouwen in de zorgvuldigheid en onpartijdigheid van deze processen is essentieel voor een eerlijke rechtsgang.
Twijfels over de integriteit van het onderzoek
Mr. Roet stelt dat de OvJ, Bollen, die het bedoelde strafrechtelijke onderzoek leidde, lijdt aan een ernstige neurobiologische ontwikkelingsstoornis, in het bijzonder ADHD. Dit zou haar functioneren, en daarmee de zorgvuldigheid waarmee zij het onderzoek uitvoerde, negatief hebben beïnvloed. Zij zou bovendien online hebben aangegeven dat haar klachten serieus genomen moesten worden. Vervolgens raakte zij arbeidsongeschikt, wat volgens Roet duidelijk aangeeft dat zij niet geschikt was voor haar functie. Volgens hem kampte de OvJ ook met een burn-out, wat haar vermogen om het onderzoek nauwkeurig en objectief uit te voeren verder zou hebben beperkt.
Impact van psychische gezondheid op het onderzoek
Uit berichten van de betrokken Officier van Justitie op LinkedIn – die later werden verwijderd nadat zij in een rechtszaak waren ingebracht – blijkt dat zij kort na haar diagnose ADHD-medicatie gebruikte. Er was dus geen sprake van een adequate medische behandeling. Bovendien stelt Roet dat iemand met ADHD, net zoals iemand met ADHD geen piloot mag zijn volgens vrijwel alle wereldwijde luchtvaartautoriteiten, geen Officier van Justitie zou mogen zijn. ADHD zou immers leiden tot verkeerde prioriteiten en verminderde concentratie. Volgens Roet heeft deze combinatie van factoren de kwaliteit van het onderzoek negatief beïnvloed en zouden belangrijke bewijsmaterialen niet zorgvuldig genoeg zijn verwerkt. Daarnaast zouden e-mails zijn achtergehouden en zouden bepaalde onderzoekshandelingen mogelijk opzettelijk niet zijn uitgevoerd. Roet stelt dat een verdachte recht heeft op een met waarborgen omklede rechtsgang, wat niet mogelijk is bij een onderzoek geleid door iemand met een ernstige psychiatrische aandoening.
Onregelmatigheden in de procedure
Naast de zorgen over de psychische gezondheid van de OvJ wijst Roet op andere onregelmatigheden tijdens het strafrechtelijke onderzoek. Zo zouden cruciale e-mails, die bewijs bevatten dat er niets verkeerd was gegaan, zijn verwijderd. Roet stelt dat deze handelingen het recht op een eerlijke rechtsgang ernstig hebben geschonden. Volgens hem heeft dit alles meer te maken met corruptie en vriendjespolitiek dan met een eerlijke rechtsgang.
Aansprakelijkheid en ethiek
Roet betoogt verder dat een OvJ met dergelijke gezondheidsproblemen geen verantwoordelijkheid zou mogen dragen voor complexe strafzaken. Hij trekt een vergelijking met piloten, die vanwege ADHD niet mogen vliegen. Daarnaast vraagt hij zich af waarom het Openbaar Ministerie niet transparant is geweest in deze kwestie en waarom er pogingen zijn gedaan om dit in de doofpot te stoppen. De OvJ verwijderde bijvoorbeeld haar volledige LinkedIn-profiel nadat Roet dit in een rechtszaak aan de orde stelde. Voor de verwijdering was echter al een uitdraai van het profiel gemaakt, bestaande uit ruim 400 pagina’s.
Verder wijst Roet op een opmerking van de OvJ waarin zij stelt dat je "regelmatig je apps moet wissen" omdat deze ook onder de wet openbaarheid van bestuur vallen. Dit illustreert volgens Roet een mindset die leidt tot schendingen van de rechten van verdachten. Hij vraagt zich af hoeveel verdachten ten onrechte zijn veroordeeld door deze OvJ, met mogelijk verwoestende gevolgen voor hun levens.
Roet uit ook kritiek op de rechterlijke macht, in het bijzonder op de raadsheren van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden. Volgens hem proberen zij de kwestie eveneens onder het tapijt te vegen met drogredenen, door te suggereren dat de taken van de OvJ er niet toe doen omdat andere ambtenaren of OvJ's bij het onderzoek betrokken waren. Roet benadrukt echter dat de specifieke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van een OvJ wettelijk zijn vastgelegd en niet zomaar door anderen kunnen worden overgenomen. Volgens Roet wordt hiermee de rechtsgang ernstig geschaad.
Oproep tot niet-ontvankelijkheid
Mr. Roet verzoekt om de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in deze zaak vanwege de vermeende ernstige vormverzuimen en de schending van de belangen van de verdachte. Het belang van waarheidsvinding en een eerlijke behandeling van de verdachte moet voorop staan, en niet het eigenbelang van de Staat en haar dienaren.
Einde bericht
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met info@loterijverlies.nl